Administratie (agenda’s, aanwezigheden, daglijn)

MM taal

 

In Maximaal Megataal worden hapklare tips gegeven om van administratieve taken ook zinvolle onderwijstijd te maken. Voor het registreren van de aanwezigheden wordt bijvoorbeeld aangeraden om eens klassikaal en in het thema de aanwezige kleuters te tellen, of in subgroepen (de kinderen met lang haar versus de kinderen met kort haar; met een broek versus een jurk of rok …). (Algoet, 2016)

Aanwezigheden

 

Onze suggestie: je kan het aanwezigheidsregister voor een bepaalde dag (kopiëren en) uitvergroten en aan het bord hangen. De kleuters kunnen de aanwezigheden zelf eens noteren op dat blad; en dan vergelijken met het register van de juf of meester: ziet het er in haar of zijn boekje hetzelfde uit?

In Maximaal Megataal vind je tevens tips om de daglijn in de kleuterklas functioneel en krachtig aan te pakken (Algoet, 2016); en ook op Kleutergewijs krijg je hier goede ideeën over. Deze waren aanvankelijk bedoeld voor het thuisonderwijs aan onze kleuters in bizarre tijden – maar waarom zou je hiermee niet aan de slag gaan in de kleuterklas zélf? “Kinderen kunnen zelf de activiteiten of belangrijke momenten in de dag inkleuren en/of deze zelf tekenen. Vervolgens kunnen ze deze uitknippen en opplakken om zo zelf het dagverloop weer te geven. De daglijn biedt ook een handig hulpmiddel om, samen met de kleuter, zowel terug te blikken als vooruit te blikken op wat er nog te gebeuren staat die dag. Kleuters krijgen zo meer grip op de situatie en ze zien ook dat de daglijn soms kan veranderen. Het kiezen, inkleuren en uitknippen van de prenten maakt de daglijn ook iets van hen zelf wat kleuters extra zal motiveren hier gebruik van te maken.” (Vanmierlo, Vancraeyveldt & Aerden, 2020)

Met de bovenstaande voorbeelden werk je o.a. aan oriëntatie op de tijd met kleuters: ze leren tijdsbegrippen en verschillende soorten kalenders functioneel gebruiken. Ook de zintuiglijke ontwikkeling komt aan bod: de kleuters moeten gericht en intens waarnemen;  verslag uitbrengen van wat ze hebben waargenomen en deze waarneming met elkaar (of de leerkracht) vergelijken …