Silent books – Tekendictee

Sssssssst … of toch niet? Silent books mogen dan wel tekstloos zijn, ‘stil’ zijn ze allerminst! Ze roepen in alle stilte erg veel woorden, gevoelens en gespreksstof op. En ze zetten aan tot actie!

Je kan de kleuters bijvoorbeeld onderling een tekendictee laten uitvoeren aan de hand van Een touw in de lucht (De Leeuw, 2020).

De kleuters gaan tegenover elkaar zitten, met een scherm tussen hen in. De kleuter aan de ene kant van het scherm omschrijft wat hij op de gekozen prent allemaal ziet: Er is onderaan het blad veel gras, er vliegen twee vogels in de lucht … De andere kleuters (aan de andere kant van het scherm) nemen dit op een groot wit papier al tekenend over. Op dat papier heeft de leerkracht op voorhand al één of meerdere elementen getekend: twee van de drie wolken, één van de vogels, de hond, de berg … (= referentievoorwerpen). De luisterende/tekenende kleuters kunnen op basis daarvan extra vragen stellen: Wij hebben één vogel. Bovenaan in het midden. Waar vliegt de andere? Wij zien een berg met een wolk. En ook nog een grote wolk onder de vogel. De vogel vliegt helemaal bovenaan. In het midden.  

Touwindelucht

Je kan het talig eenvoudiger maken voor de kleuters, door de luisterende/tekenende kleuters een in te kleuren gecalqueerde versie van de prent aan te bieden. Zo krijgen alle kleuters het iets makkelijker: de kijkende/omschrijvende kleuter: Het touw is rood, de vogels zijn groen, de ene vogel is donkerder dan de andere, de bloemen …; en de luisterende/inkleurende kleuters kunnen nog steeds gevarieerde vragen stellen: Zijn de vogels lichtgroen? Zijn ze allebei donkergroen? Hebben de bloemen verschillende kleuren? Is het touw helemaal rood? En de hond, is die …   

Je kan de kleuters ook per drie laten werken: de ene kleuter vertelt wat hij ziet, de andere luistert en tekent … en de derde kleuter zoekt achteraf in het boek op welke bladzijde getekend werd. Terugblikkend in de grote kring, kunnen de andere kleuters in het boek de pagina zoeken die getekend werd.

Via deze activiteit stimuleer je de muzische ontwikkeling, de taalontwikkeling, de visuele en auditieve waarneming én zelfs het logisch denken. De kleuter die de ander(en) vertelt wat te tekenen (of in te kleuren), bekijkt in de eerste plaats bijzonder zorgvuldig de verschillende beeldelementen op het blad. Hij moet details van hoofdzaken onderscheiden, en bovendien zijn gedetailleerde waarnemingen precies kunnen verwoorden. Daarenboven moet deze kleuter zijn verhaal structureren. Hij kan niet zomaar beginnen met een detail linksboven in de hoek, hij begint beter met een hoofdbeeldelement. De kleuter moet dus zorgvuldig analyseren wat hij in welke volgorde vertelt. Daarbij gebruikt hij ruimtelijke begrippen, en niet van de minste. 

De luisterende kleuter luistert intens; en moet wat wordt gezegd in zijn werkgeheugen vasthouden, begrijpen en uitvoeren. Deze kleuter stemt zijn luistergedrag, door de opdracht, automatisch af op het luisterdoel: de opdracht uitvoeren. Wat deze kleuter interesseert, is weten wát hij moet tekenen en wáár – daar is al zijn aandacht op gericht. Deze kleuter stelt ook vragen, om bijkomende informatie of verduidelijking te krijgen. De beschrijvende kleuter zal daardoor snel doorhebben of zijn beschrijvingen al dan niet leiden tot de gewenste uitkomst. Deze kleuter leert dus zijn spreekgedrag afstemmen op een specifiek spreekdoel.

TIP: omdat de doelen van deze activiteit complex zijn, is aan te raden vooraf met de kleuters het spreek- en luisterdoel te verduidelijken, om overbodige frustraties tijdens de opdracht te voorkomen.