Sprookjes – Over drie biggen en een wolf

Houden jouw kleuters van dierensprookjes, zoals De drie biggetjes?

Lees dan zeker eens de tips die je krijgt in het blogbericht Wie is er bang van de boze wolf? (Claes, 2015) op Kleutergewijs, om STEMmig rond dit sprookje te werken met de kleuters.

Of ga, zoals juf Philippine dat deed, aan de slag met twee verschillende versies van dit volksverhaal:

Juf Philippine bood afwisselend deze twee versies aan tijdens voorlees- en vertelmomenten. Na enkele voorleessessies ging ze bij de kleuters na of de volgorde van de gebouwde huizen in elke versie hetzelfde is (stro – hout – baksteen), en welke wolf ze de meest angstaanjagende vonden en waarom. Heel ongedwongen liet ze de kleuters op die manier diep nadenken: de kleuters vergeleken, analyseerden en evalueerden vorm en inhoud.

2versies

Vervolgens trok ze met een klein groepje kleuters naar de boekenhoek om nog wat verder in te gaan op de twee versies: zo gingen ze na in welk van de twee verhalen de kleuters het liefst zouden meespelen; welk personage ze dan wilden zijn … Alweer kregen de kleuters diepe denkkansen (toepassen en creëren) én werd hun fantasie sterk aangeboord. Er werden ook twee afbeeldingen geselecteerd om nog wat grondiger te bestuderen: Wat is hetzelfde, wat is anders? De kleuters werd ook gevraagd daarbij eens goed te luisteren: horen ze ergens een verschil als de leerkracht de tekst bij die prenten voorleest? (‘hut van stro’ vs. ‘strohuisje’, ‘het vloog zo de lucht in’ vs. ‘de hut van stro is licht. Hij stort in’). Twee eenvoudige sprookjes, maar wat een rijkdom aan denk-, taal- en literaire kansen!

De kleuters kregen nadien ook de mogelijkheid om in duo’s of individueel verdiepend aan de slag te gaan met werkblaadjes bij deze twee prentenboeken. Voorbeelden van die werkblaadjes:

  • de ene kleuter krijgt een turfblaadje met de wolf uit de ene versie, de andere kleuter met de wolf uit de andere versie. Ze nemen de toegewezen versie door, en zetten een kruisje telkens ze hun wolf afgebeeld zien. Nadien vergelijken ze hun blaadjes: in welk boek komt de wolf het vaakst voor?;
  • in eenzelfde versie gaat de kleuter na welke big het meest/minst voorkomt;
  • de kleuter verbindt de juiste big met het juiste huisje uit het boek;
  • … en voor de krakken: grondig zoeken geblazen: welke big uit het ene boek hoort bij welk huisje uit het andere boek?
wbjes

Twee versies van een sprookje vergelijken, biedt literaire kansen (“Hé, die zegt dat anders!”), kansen op meer woordenschatverwerving en kansen rond begrijpend luisteren. Er worden spreekmomenten gecreëerd en de kleuters duiken diep in de taxonomie van Bloom (analyseren, redeneren, creëren). Ze kijken en vergelijken bovendien aandachtig de prenten en zoomen eventueel in op de verschillende tekenstijlen. Ze merken hoe sprookjes opgebouwd worden op een typische manier – wijs hen bv. ook eens op het belang van het getal drie – en dat vertellers zich in een vast stramien kleine vrijheden permitteren, om toch hun eigen stempel op het sprookje te drukken. De extra spelletjes lokken de kinderen de boekenhoek in, mooi meegenomen!

startafb
verschtalen